Datering

Botter BU 32

Gedetailleerde beschrijving

De originele BU 32 is een stalen botter die in 1924 werd gebouwd. Hij is rond 1950 gekocht door Jochem Hopman (vader van Cees Hopman), van de familie Rosier in Maastricht. Deze gebruikte het voor de riviervisserij op o.a. zalm. Op de scheepswerf Nieuwboer is hij geschikt gemaakt voor de IJsselmeervisserij. In 1959 is de botter verkocht aan de familie Van Eendenburg. Op de scheepswerf Nieuwboer is hij toen omgebouwd als jacht, waarbij de bun eruit werd gehaald en deze gevuld werd met beton, er een grotere koekoek op werd gezet en er 5 slaapplaatsen in het vooronder werden gemaakt. Deze familie ging van 1960 tot 1966 ieder zomer drie weken ermee varen. Tijdens een zeilwedstrijd bij Monnickendam is op 4 september 1966 de vader van de familie Eendenburg overleden aan een hartinfarct. Hierop is de botter wederom verkocht. Tegenwoordig is de originele stalen BU 32 (die in de jaren nog eens is uitgebreid met een kajuit, zie foto 3) te vinden in Friesland, in de buurt van Akkrum. Dit model van de BU 32, geschonken aan de familie van Eendenburg door een zeilvriend, is van hout, en niet van staal zoals de originele BU 32. Sinds 2017 is het wel zo dat er een tweede BU 32 in de vaart is. In dat jaar kocht de familie Hopman namelijk de BU 20, welke werd ondergebracht in een stichting en omgevlagd naar BU 32, zodat het nummer waarop hun vader viste kan blijven voort bestaan in Spakenburgse vloot (zie ook: https://bruinevlootspakenburg.nl/bu-32/).

Identificatie
Titel
Botter BU 32
Objectnummer
SM0032
Objecttype
  • Botter
    Een middelgroot vissersschip met een relatief hoge voorsteven en een laag open achterschip. (Licht aan boord (2010))Vissersvaartuig van vooral het zuidelijke deel van de Zuiderzee. Viste in het bijzonder met sleepnetten en met kuilnetten. De botter had een licht V-vormig vlak met een even uitspringende kiel, hoekige kimmen en een bol openvallend, gladboordig beplankt boord. De lichtgebogen voorsteven viel vrij sterk naar voren, de rechte achtersteven had een nogal sterke valling. Het voorschip was bol, maar niet vol gebouwd en sterk geveegd, evenals het slank gebouwde achterschip. De botter had een hoge kop. Het voorschip was gedekt tot aan de mast. Daarachter bevindt zich het ruim waarin bij visbotters een grote bun stond. Botters hadden verschillende kenmerken naargelang hun herkomst. (MARDOC)
Over
Onderwerpen
  • Scheepsmodellen
Werk
Breedte
16 cm
Hoogte
54.5 cm
Lengte
72 cm
Museum
Museum Spakenburg
Vervaardiging
Datering
Aankoop & Licentie
Licentie
Alle rechten voorbehouden