Steekwapen, bestaande uit puntvormig spits met holle schachthuls, waarin twee gaten voor penbevestiging aan houten lans. Varieert in grootte van klein (ca. 4 cm) tot groot (meer dan 30 cm). Van brons (midden-bronstijd) of van ijzer (midden-ijzertijd). (ABR)
Fe. Dichtheid 7,86 kg/m3. Metaal dat in de bouw zeer veel is toegepast, vooral voor het opnemen van trekkrachten in verankeringen, trekstangen e.d.. Het heeft het nadeel dat het sterk kan corroderen (roesten), waarna door volumevermeerdering schade aan bouwdelen kan optreden. Ook gebruikt voor spijkers, hang- en sluitwerk, siersmeedwerk en vele andere doeleinden. In XVII werd vooral vanwege de taaiheid en buigbaarheid veel ijzer uit Zweden betrokken en als zodanig in bestekken vermeld.Kan ook worden gegoten in vormen. Gietijzer bevat 3-5 koolstof, is bros en kan geen trekkrachten opnemen. Smeedijzer bevat ongeveer 0,1 koolstof. IJzer met zeer weinig koolstof wordt staal genoemd.
Techniek
Gesmeed
Het vormgeven aan metaal door middel van verhitten en hameren. (AAT)
Reacties