Datering
Maker

Rustbank, laat 17de eeuw

Rustbank, met één opstaand einde als rugleuning van een stoel en een lange zitting, bespannen met gevlochten singels, ook wel dagbed genaamd. De hoofdsteunen en het ondertel op zes poten zijn torsgedraaid, verbonden door torsgedraaide regels. Opstaande kap met eveneens getorste steunen en gevlochten binnenwerk.

Identificatie
Titel
Rustbank, laat 17de eeuw
Objectnummer
M1877-437
Objectcategorie
meubilair
Objecttype
  • zitmeubel
  • bank
    Langwerpig vlak waarop meerdere personen naast elkaar kunnen zitten, doorgaans voorzien van een leuning of muurvlak aan de achterzijde, van steen of hout. In kerken kwamen houten banken en stoelen pas eind XVI in zwang toen de preek een belangrijk deel van de dienst werd. In de M.e. vond men stenen zitbanken vooral in kerkportalen, kloostergangen, vorstelijke en publieke zalen, ter weerszijden van de stookplaatsen, in vensternissen ( (zie) vensterbank). In een park of tuin spreekt men van een tuinbank, gemaakt van steen, hout of ijzer. (Haslinghuis)
  • rustbank
Werk
Breedte
184.00 cm
Hoogte
41.00 cm
Diepte
85.00
Museum
Stg Rijksmuseum Muiderslot
Vervaardiging
Maker
  1. (meubelmaker)
Datering
Materiaal
  • hout
    Hout is een bouwmateriaal, afkomstig van boomstammen en -takken. Naast merg, spint en schors vormt het daarvan het voornaamste bestanddeel. Ten noorden van de Alpen is hout van oudsher het belangrijkste bouwmateriaal. Onderscheiden worden naaldhout van naaldbomen (dennen, grenen, vuren) en loofhout van loofbomen (eiken, beuken enz.). De stammen werden meestal in het groeigebied gekantrecht en per vlot of in een schip over water vervoerd. De houthandel en -nijverheid concentreerden zich in Nederland vooral in Dordrecht, Amsterdam, Deventer en later ook in de Zaanstreek. Voor regionaal gebruik concentreerde de houthandel zich ook in plaatsen als ’s-Hertogenbosch, Schoonhoven en Tiel. (Haslinghuis)
Aankoop & Licentie
Licentie
Alle rechten voorbehouden