Datering
Maker

Kussenkast

Een kussenkast is vernoemd naar de verhoogde stukken in de deurpanelen. Deze lijken namelijk op kussens. Hoe groter de diversiteit in het hout, hoe kostbaarder een kast is. Deze kast bestaat uit vier houtsoorten. De kast is verdeeld in een onder- en bovenstuk. Sommige houtsoorten zijn gebruikt ter versiering. Zo is op de kaplijst kleine stukjes ebbenhout ingelegd. Dit kun je duidelijk zien doordat ebbenhout veel donkerder van kleur is. Dit soort kasten werden in de zeventiende eeuw gebruikt voor het opbergen van textiel. Denk bijvoorbeeld aan linnengoed (tafelkleden, handdoeken, beddengoed), kussens en kleding. Linnengoed was erg kostbaar in de zeventiende eeuw. Op elke deur van deze kast zit dan ook een slot. De vrouw des huizes (vrouw die aan het hoofd van een gezin staat) was de enigste die de sleutel kreeg. Hierdoor had ze veel macht in huis. Dit verbaasden soms buitenlandse bezoekers, die niet gewend waren aan de ondernemendheid van Hollandse huisvrouwen.

Identificatie
Titel
Kussenkast
Objectnummer
M1953-310
Objectcategorie
meubilair
Objecttype
  • opslagmeubel
  • kast
    Bergplaats, meestal afgesloten met een of meer deuren, losstaand of ingebouwd. (Haslinghuis)Meubelstuk om alle mogelijke zaken in op te bergen. Staat veelal op poten of een voetlijst, heeft een of meer deuren en aan de binnenzijde legplanken, laden of een kledingrek. Kasten in kerken en kloosters kunnen deel uitmaken van de kerk- of klooster-geschiedenis, vanwege functie en gebruik. (Religieus Erfgoedthesaurus)
  • kussenkast
    Bergplaats, meestal afgesloten met een of meer deuren, losstaand of ingebouwd. (Haslinghuis)Meubelstuk om alle mogelijke zaken in op te bergen. Staat veelal op poten of een voetlijst, heeft een of meer deuren en aan de binnenzijde legplanken, laden of een kledingrek. Kasten in kerken en kloosters kunnen deel uitmaken van de kerk- of klooster-geschiedenis, vanwege functie en gebruik. (Religieus Erfgoedthesaurus)
Werk
Breedte
82.50 cm
Hoogte
136.00 cm
Diepte
55.50 cm
Museum
Stg Rijksmuseum Muiderslot
Vervaardiging
Maker
  1. (meubelmaker)
Datering
Materiaal
  • eikenhout
    Eiken is het hout van de Quercus robur. Het hout is hard en goed bestand tegen water. Het is in Noord-Europa op grote schaal gebruikt in de bouw, voor schepen, meubels en panelen. (Conservation Dictionary)Eikenhout is het hout van de eikenboom. Eikenhout is een zeer duurzame houtsoort met wijde poriën, en met brede glinsterende spiegels wanneer het dosse gezaagd is. Het is belangrijk materiaal voor balken, kappen, kozijnen, deuren, betimmeringen e.d.. Tot in de 17e zeer algemeen toegepast, tegenwoordig door schaarste kostbaar en als timmerhout vrijwel geheel door naaldhout verdrongen. Het laat zich goed besnijden en is daarom geschikt voor het maken van meubels. Voor betimmeringen gebruikte men graag wagenschot en gekloofde planken. Eikenhout werd doorgaans aangeduid naar de plaats van herkomst of naar de doorvoerhaven: bv. Deventer hout, Zutphense planken, Hasselts hout (aangevoerd langs de Overijsselse Vecht), Rijns eiken, Wezels hout (langs de Lippe, Ruhr en Rijn aangevoerd), Brabants hout. Noords eikenhout kwam uit Noord-Duitsland en de Oostzeelanden. In Oost-Nederland werd veel inlands eiken verwerkt. Thans is er in hoofdzaak Frans, Westfaals en Slavonisch eiken in de handel. (Haslinghuis)Oak is the wood of Quercus robur. The wood is hard and highly resistant to water. It has been widely used in northern Europe in construction, for ships, furniture and panels. (Conservation Dictionary)Oak wood is the wood of the oak tree. Oak is a very durable type of wood with wide pores, and with wide glistening mirrors when cut on the dead end. It is important material for beams, hoods, frames, doors, paneling and the like. Very widely used until the 17th century, nowadays it is expensive due to its scarcity and almost completely replaced by softwood. It is easy to cut and therefore suitable for making furniture. For paneling, people liked to use wagon shot and split planks. Oak wood was usually designated by its place of origin or transit port: e.g. Deventer wood, Zutphen planks, Hasselt wood (supplied along the Overijsselian Vecht), Rhenish oak, Wesel wood (supplied along the Lippe, Ruhr and Rhine rivers), Brabant wood. Nordic oak wood came from northern Germany and the Baltic countries. In the eastern Netherlands a lot of native oak was processed. Nowadays mainly French, Westphalian and Slavonian oak is in trade. (Haslinghuis)
  • essenhout
    Essenhout is het hout van de es (Fraxinus excelsior). Essenhout is taai en sterk en is vooral gebruikt voor het vervaardigen van gereedschappen. (Haslinghuis)
  • ebbenhout
    Ebbenhout is hout van het geslacht Diospyros. De bomen komen voor op Ceylon (Sri Lanka), Madagaskar en in Indonesië en India. Het spinthout is geelbruin of geelgrijs. Door de ongelijke vorm van het hout en de geringe omvang, werd het per gewicht verkocht. Ebbenhout is gebruikt voor oa meubelen, in betimmeringen en voor duimstokken. (Haslinghuis)
  • palissanderhout
    Palissander is een zware, edele houtsoort. Palissanders worden gekenmerkt door onregelmatige, donkerder strepen, maar de basiskleur kan variëren. (Wikipedia)
Aankoop & Licentie
Licentie
Alle rechten voorbehouden

Trefwoorden