Datering
Keelband
De hoofdbedekking (kinderkap) die het meisje tot aan haar 18e jaar draagt en de jongen tot zijn 7e jaar, bestaat in volgorde van onderen af uit de volgende onderdelen: a- de onderhul, b- de blinker, d- orenkap met keelband, c- de hullekap, e- bovenmuts met keelband. De orenkap en de bovenmuts worden beiden door middel van een keelband op hun plaats gehouden. Ze worden met spelden vastgestoken bij de oren. De twee buitenste derde delen van de keelbanden zijn rondom overstoken met festonsteken, voor de orenkap met rood, voor de muts met zwarte zijde. Op de uiteinden staan de initialen in rood of zwart. Alleen voor het "opkleden" en "de doop", worden Friese letters gebruikt, voor daags prentletters. De keelband voor de orenkap wordt later niet meer gebruikt. Vanaf 1965 wordt het meisjesmutsje (gehele kinderkap) ook door de volwassen vrouw gedragen.
Reepje dubbelgenomen fijn wit linnen, twee buitenste derde delen zwart gefestonneerd, ter begrenzing een rijtje steken, in het ontstaane vakje initialen A.S. in zwart voor het "opkleden" en voor de doop.
Reacties