Datering

Stoel (miniatuur)

Eikenhouten zeskantig poppenstoeltje met los bovenblad.

Uitgebreide beschrijving

Eikenhouten zeskantig poppenstoeltje met los bovenblad. Het geheel staat op vier schuine pootjes die vastgespijkerd zijn aan de vurenhouten onderkant. De twee voorste hebben de vorm van een pootje met vijf tenen. Achterkant loopt door in een boogvormige rugzijde waarin een zesbladige bloem binnen een cirkel is uitgesneden. Zijkanten en leuning is verder voorzien van gesneden graanhalmen en ingestanste ronde figuurtjes. In het zitgedeelte is een rond gat gesneden en in het voorste deel is een voetensteun geplaatst. Buitenkant is geheel voorzien van gesneden cirkels, zigzagranden en graanhalmen. Deurtje is met geelkoperen scharnieren aan de voorkant bevestigd, heeft een gedraaide knop en een houten sluiting. Voorkant deurtje is versierd met een gesneden zigzagrand waarbinnen een bloempot met bloem. Bovenblad is driekantig, heeft een opstaand randje waarin een zigzaglijn versiering is gesneden. Het geheel is met spijkers en lijm in elkaar gezet.

Identificatie
Titel
Stoel (miniatuur)
Objectnummer
B000527
Objectcategorie
Huisraad
Objecttype
  • stoel
    Meubel met poten en een rugleuning waarop één persoon kan zitten. (ABR)
  • speelgoed
    Objecten oorspronkelijk gemaakt als speelgoed.
Werk
Breedte
26.5 cm
Hoogte
43 cm
Diepte
18.5 cm
Museum
Zuiderzeemuseum Enkhuizen
Vervaardiging
Datering
Materiaal
  • eikenhout
    Eiken is het hout van de Quercus robur. Het hout is hard en goed bestand tegen water. Het is in Noord-Europa op grote schaal gebruikt in de bouw, voor schepen, meubels en panelen. (Conservation Dictionary)Eikenhout is het hout van de eikenboom. Eikenhout is een zeer duurzame houtsoort met wijde poriën, en met brede glinsterende spiegels wanneer het dosse gezaagd is. Het is belangrijk materiaal voor balken, kappen, kozijnen, deuren, betimmeringen e.d.. Tot in de 17e zeer algemeen toegepast, tegenwoordig door schaarste kostbaar en als timmerhout vrijwel geheel door naaldhout verdrongen. Het laat zich goed besnijden en is daarom geschikt voor het maken van meubels. Voor betimmeringen gebruikte men graag wagenschot en gekloofde planken. Eikenhout werd doorgaans aangeduid naar de plaats van herkomst of naar de doorvoerhaven: bv. Deventer hout, Zutphense planken, Hasselts hout (aangevoerd langs de Overijsselse Vecht), Rijns eiken, Wezels hout (langs de Lippe, Ruhr en Rijn aangevoerd), Brabants hout. Noords eikenhout kwam uit Noord-Duitsland en de Oostzeelanden. In Oost-Nederland werd veel inlands eiken verwerkt. Thans is er in hoofdzaak Frans, Westfaals en Slavonisch eiken in de handel. (Haslinghuis)
  • vurenhout
    Het Nederlandse woord vuren is de genormeerde naam voor het hout van de fijnspar (Picea abies). Het wordt dan vurenhout genoemd. In Nederland is vuren de meest gebruikte naaldhoutsoort, en daarmee de meest gebruikte houtsoort. Het is niet alleen makkelijk te bewerken maar ook relatief goedkoop
Techniek
  • Houtsnijwerk
    Houtsnijwerk is hout, dat bewerkt is met een stuk snijdgereedschap, waardoor het een bepaalde vorm krijgt. Dit wordt dan op bijvoorbeeld klokken of meubilair aangebracht om het er mooier uit te laten zien. Vroeger was dit het ambacht van de houtsnijder en de beeldsnijder, tegenwoordig wordt het vaak machinaal met een freesmachine aangebracht. (Wikipedia)
Verwerving en licentie
Verworven
bruikleen 17 december 1951
Copyright
BY-SA
Locaties
  • Enkhuizen
Reproductie
Vervaardiger van reproductie
Wim Zandbergen