Datering
Jak
Het Huizer jak heeft een typisch 19e eeuwse coupe. Vòòr 1900 droeg men een "laag jak". Dit jak was van voren vierkant uitgesneden en van achteren in een punt. Hierin werd een halsdoekje gedragen. Omstreeks 1900 is men een "dicht jak" (tot aan de hals gesloten) gaan dragen, zonder halsdoekje. Dit jak heeft i.t.t. het "lage jak" grote pofmouwen en een kraag. De lange grote ballonmouwen werden steeds forser en mooier, ook waarschijnlijk doordat men meer stof kon betalen. Tot ongeveer 1920 veranderde de snit van het jak, vanaf die tijd bleef deze hetzelfde. Samen met het verdwijnen van het lage jak, verdween ook de klepmuts.
Gedetailleerde beschrijving
Jak van zwarte tibet, gevoerd met grijze keperkatoen, halsuitsnijding van het zeer korte jakje is in de voorpanden vierkant en in het achterpand puntig, een aangezet schootje heeft in de voorpanden een enkele plooi en middenachter een geplooid staartje met knoopjes, de ruimte van de zeer lange wijde mouwen is op de kop verwerkt in plooitjes, bij de polsen is een band opgestikt die om de mouwen sluiten. In de hals is een wit katoenen koordje geregen zodat de halsuitsnijding aan te passen is.
Reacties