Datering
Maker F.H. Pijttersen

Messingschaaf.

Messingschaaf. De binnenkant van de schaaf is gebarsten gevweest en hersteld met metaal.
De schaaf is afkomstig uit de timmerzaak van H.F. Ringnalda, gevestigd aan de Singel te Sneek. Een messingschaaf maakt een messing of veer aan een plank, die in de groef van een andere plank valt. Een gelijksoortige schaaf is in de gereedschap-catalogus van Nooitgedagt opgenomen onder nr. 82. F.H. Pijttersen had een schavenfabriek in Sneek. Hij onderhield goede contacten met Nooitgedagt te IJlst, die de fabriek in juli 1891 van hem overnam. Ook leverde hij schaven die vervaardigd werden door Peter Duesing uit Anholt (Westfalen - Duitsland). De duitse schaven kenmerken zich doordat de schaafbeitel is geplaatst onder een hoek van 50°. De schaven die Pijttersen zelf maakte hebben een schaafbeitel onder een hoek van 45°.
literatuur: - G. van der Sterre, Onderzoek van de schaven van het Fries Scheepvaart Museum te Sneek (Leiderdorp, z.j.) - Brief G. van der Sterre aan Fries Scheepvaart Museum d.d. 14 sep. 1995 - A.K. Mulder, Ald Ark (Leeuwarden, 1990)

Identificatie
Titel
Messingschaaf.
Objectnummer
FSM-1995-382
Objecttype
  • Messingschaven
    Bij een messingschaaf heeft de beitel heeft drie vouwen, twee in elkaars verlengde en ertussen één lets hoger. Hierdoor ontstaat een uitstekende messing aan de zijkant van een plank. Beitels waren verkrijgbaar van 1/4 tot 2, oplopend met 1/8.
  • Ploegschaven
  • Schaven
    Gereedschap dat wordt gebruikt om het oppervlak van hout glad en egaal te maken door er houtkrullen af te schaven. (AAT-Ned)
Werk
Breedte
3.6 cm
Hoogte
9.0 cm
Lengte
27.5 cm
Museum
Fries Scheepvaart Museum
Vervaardiging
Maker
  1. F.H. Pijttersen
Datering
Materiaal
  • Hout
    Hout is een bouwmateriaal, afkomstig van boomstammen en -takken. Naast merg, spint en schors vormt het daarvan het voornaamste bestanddeel. Ten noorden van de Alpen is hout van oudsher het belangrijkste bouwmateriaal. Onderscheiden worden naaldhout van naaldbomen (dennen, grenen, vuren) en loofhout van loofbomen (eiken, beuken enz.). De stammen werden meestal in het groeigebied gekantrecht en per vlot of in een schip over water vervoerd. De houthandel en -nijverheid concentreerden zich in Nederland vooral in Dordrecht, Amsterdam, Deventer en later ook in de Zaanstreek. Voor regionaal gebruik concentreerde de houthandel zich ook in plaatsen als ’s-Hertogenbosch, Schoonhoven en Tiel. (Haslinghuis)
  • Staal
Aankoop & Licentie
Licentie
BY-SA

Trefwoorden