Datering
Maker Onbekend

Roerklik.

Roerklik. Bol model. De klik is versierd met houtsnijwerk: een hoorn des overvloeds met een daaruit komende tak. Aan stuurboordzijde draagt de tak bladeren en bloemen, aan bakboordzijde draagt de tak eikeloof en eikels. Aan beide zijde is voor een rozet gesneden. De bovenkant van de klik is met koper overdekt. Ten behoeve van de bevestiging van de klik op het roer is aan de onderkant een metalen strip bevestigd. Meerkleurig beschilderd.
De herkomst van de roerklik is onbekend.
literatuur: - J.K. Kuipers, 'Roerklikken op -koppen' in: Jaarboek Fries Scheepvaart Museum, 1978, pp. 43-46. - Catalogus Scheepssier in Jaarboek Fries Scheepvaart Museum 1991, nr. 98 - Jaarboek Fries Scheepvaart Museum 1984, p. 20-21

Identificatie
Titel
Roerklik.
Objectnummer
FSM-1984-137
Objecttype
  • Roerklikken
    Vorm van scheepssier. Los sierstuk, op de bovenzijde van het roer bij diverse zeilschepen. (De Binnenvaart)
  • Roersier
  • Scheepssier
    Al datgeen aan boord van een schip dat mooier gemaakt is dan strikt noodzakelijk is of dat voornamelijk voor het mooi aangebracht is. (De Binnenvaart)
Werk
Breedte
8.0 cm
Hoogte
18.0 cm
Lengte
93.0 cm
Museum
Fries Scheepvaart Museum
Vervaardiging
Maker
  1. Onbekend
Datering
Materiaal
  • Hout
    Hout is een bouwmateriaal, afkomstig van boomstammen en -takken. Naast merg, spint en schors vormt het daarvan het voornaamste bestanddeel. Ten noorden van de Alpen is hout van oudsher het belangrijkste bouwmateriaal. Onderscheiden worden naaldhout van naaldbomen (dennen, grenen, vuren) en loofhout van loofbomen (eiken, beuken enz.). De stammen werden meestal in het groeigebied gekantrecht en per vlot of in een schip over water vervoerd. De houthandel en -nijverheid concentreerden zich in Nederland vooral in Dordrecht, Amsterdam, Deventer en later ook in de Zaanstreek. Voor regionaal gebruik concentreerde de houthandel zich ook in plaatsen als ’s-Hertogenbosch, Schoonhoven en Tiel. (Haslinghuis)
  • Grenenhout
    Grenenhout is een houtsoort dat afkomstig is van de grove den (Pinus silvestris) met roodbruine noesten en jaarringen, harsrijk, vrij duurzaam. Deze houtsoort is voornamelijk uit Scandinavië en de Oostzeelanden ingevoerd. Oorspronkelijk werd het aangeduid als vuren, doordat de grove den in Noorwegen furuen wordt genoemd. Het hout van de zilverspar (granen) wordt sinds de 17e eeuw in Nederland vuren genoemd, dat van de grove den grenen. Deze verwarrende naamsverwisseling dient bij het lezen van oude bronnen terdege in de gaten gehouden te worden. (Haslinghuis)
Aankoop & Licentie
Licentie
BY-SA